Leerdoelen Bas 4,5,6 en 7 - Leerdoelen per les bas 4 t/m 7 Bas 4 WL’s: LT’s: VT’s SPB’s Handige - Studeersnel (2024)

Vak

Universiteit

Hogeschool Leiden

Geüpload door:

Aanbevolen voor jou

• 32OWG Periode 2Fysiotherapie periode 2Samenvattingen100% (2)
• 10Vaardighedentraining eerste helft jaar 1Fysiotherapie periode 2Samenvattingen100% (2)

  See Also

  International Society of Research and Advocacy for Developmental Coordination Disorder (ISRA-DCD)—15th Biannual Conference and International Motor Development Research Consortium (I-MDRC)—6th Assembly
• 83Hoorcolleges aantekeningen BAS 2Fysiotherapie periode 2College-aantekeningen100% (1)
• 50HC samenvattingen - Samenvatting Fysiotherapie periode 2Fysiotherapie periode 2Samenvattingen100% (1)

Reacties

Leerdoelen per les bas 4 t/m 7

Bas 4 WL’s: LT’s: VT’s SPB’s Handige bronnen:Bas 5 WL’s LT’s: VT’s SPB’s: Handige bronnen:Bas 6 WL’s LT’s VT’s SPB’s Handige bronnen Artikels FilmpjesBas 7 WL’s LT’s VT’s SPB’s Handige bronnen Artikels Filmpjes

Bas 4

WL’s:

HC 1 KNGF-richtlijn artrose heup en knie onderdeel: diagnostische fase, post-operatief artrose (Live)hogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.bas4-artrose-heup-en-knie/SitePages/HC-1.01 ● legt uit hoe de praktijkrichtlijn is opgebouwd. ● legt uit wat stepped-care strategie inhoudt voor patiënten met heup- en/of knieartrose. ● legt uit hoe de klinische diagnose ‘heup- knieartrose’ wordt gesteld. ● stelt de relevante anamnesevragen voor patiënten met heup- en/of knieartrose op de domeinen van de ICF en legt het belang van de vragen uit. ● beschrijft het lichamelijk onderzoek bij patiënten met heup- en/of knieartrose en legt het belang van het onderzoek uit. ● beschrijft welke meetinstrumenten bij patiëntenWL1 De bouw en functie van gewrichtskraakbeen en de pathogenese van artrosehogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.bas4-artrose-heup-en-knie/SitePages/HC-1.02 ● Je kunt van het kraakbeen de verschillende typen beschrijven. ● Je kunt van het gewrichtskraakbeen: ○ de verschillende functies beschrijven. ○ het arcaden-model uitleggen. ○ de samenstelling beschrijven en daarmee de functies toelichten. ○ de relatie met het synovia beschrijven. ○ de eigenschappen van synovia benoemen en de gevolgen voor de gewrichtsfunctie beschrijven. ● Je kunt van artrose: ○ de risicofactoren benoemen. ○ de gevolgen voor de gewrichtsonderdelen en nabij gelegen structuren benoemen. ○ de gevolgen voor de gewrichtsfunctie benoemen. ○ de pathogenese en pathofysiologie beschrijven. ○ voor een patiënt de algemene bewegingsadviezen benoemen.

WL 3 Intramurale fysiotherapie perioperatief bij patiënten met een Partiële of TotaleKnieprothese (PKP of TKP)hogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.bas4-artrose-heup-en-knie/SitePages/HC-3.01Een belangrijk doel van dit hoorcollege is dat de student inzicht krijgt in deoperatiebenadering bij een kniearthroplastiek. En dat de student de consequenties daarvankan inschatten voor het functioneren van de patiënt en voor de in te zetten behandeling.De student: ● kan de indicaties beschrijven voor een kniearthroplastiek gebruikmakend van het ICF model. ● kan benoemen wat de basis leefregels zijn in de eerste 6 weken na kniearthroplastiek. ● is bekend met de duurzaamheid van een knieprothese en waar deze van afhankelijk is. ● kan complicaties benoemen die kunnen plaatsvinden in de eerste 6 weken na een kniearthroplastiek. ● kan beschrijven wanneer preoperatieve fysiotherapie voor een knieprothese operatie is geïndiceerd en waar deze uit bestaat. ● kan beschrijven wat het doel is van de intramurale fysiotherapie direct postoperatief en waaruit deze bestaat. ● kan de fases van wondgenezing en herstel van kapsel & spieren benoemen die plaatsvinden in de eerste 6 weken postoperatief.WL 3 Pijn, pijnbeleving en coping met pijn bij artrose van heup of knie.hogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.bas4-artrose-heup-en-knie/SitePages/HC-3.02Dit weblecture heeft tot doel om de student kritische te laten reflecteren op het concept pijn,pijnbeleving en pijn coping bij patiënten met artrose heup of knie (al dan niet naartroplastiek).De student: ● kan beschrijven wat nociceptieve pijn is vanuit de indeling van pijn volgens de IASP ● kan benoemen wat de rol van de fysiotherapeut is bij patiënten met artrose aan heup of knie. ● kan beschrijven wat ‘referred pain’ in eigen woorden volgens de convergentie projectie theorie ● kan de rol van het brein uitleggen op pijn in relatie met voorlichting door de fysiotherapeut ● kan aangeven wat de gevolgen zijn van perceptie (denkkader) over artrose vanuit de patiënt en hulpverlener ● kan beschrijven wat ‘referred pain’ is. ● heeft inzicht in de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van pijn, pijnbeleving en pijncoping bij patiënten met artrose heup of knie. ● kan aan de hand van deze nieuwe inzichten adequate leefstijladviezen geven aan patiënten met heup- of knieartrose (niet-operatief en post-operatief).

● kan voorbeelden van catastrofaal denken benoemen in relatie met artrose en het effect van daarvan benoemen als het gaat om de rol van het brein en ruggenmergWL 4 Educatie, voorlichting en oefentherapie -- een blended interventie voormensen met artrose heup of kniehogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.bas4-artrose-heup-en-knie/SitePages/HC-4.01De student:● kan in eigen bewoording uitleggen aan een patiënt wat artrose inhoudt.● heeft kennis van ‘state of the art’ over pijn (beleving) en de ernst van de artrose.● kan in eigen woorden benoemen wat een blended interventie is.● kan bij de patiënt aangeven wat de leefregels zijn bij artrose, volgens de laatsteinzichten over artrose.● kan bij de patiënt uitleggen wat het belang van bewegen is bij artrose.WL 4 Preventie en de rol van de fysiotherapeut als het gaat om chronischeaandoeningen zoals artrosehogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.bas4-artrose-heup-en-knie/SitePages/HC-4.02De student:● kent de complexiteit van zorg bij de patiënt met artrose vanwege co-morbiditeit.● weet de toekomstvoorspelling van de RIVM uitgewerkt door de VTV als het gaat omhet ziektebeeld artrose● kent de verschillende vormen en indeling van preventie.● kent de doelgroep, definitie en doelstelling van de KNGF standaardBeweeginterventie● kan de beweegrichtlijn van de Gezondheidsraad 2017 uitleggen● kan de rol van de fysiotherapeut bij beweeginterventies beschrijven.● kan een opsomming maken over het positief effect van bewegen

LT’s:

LT 1 EBP en Klinisch redeneren in relatie met artrosehogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.bas4-artrose-heup-en-knie/SitePages/LtLt-1.03De student kan: ● een PICO opstellen voor de zoekstrategie. ● relevante literatuur zoeken in PubMed. ● gevonden literatuur beoordelen op inhoud en kwaliteit. ● de literatuur plaatsen in het EPB en FMH bij patiënten met artrose.

LT 3 Schrijfvaardigheden en FMH deel 2: Het schrijven van een overdracht vanuithet ziekenhuis naar de fysiotherapeut in de periferie en vervolgens naar de huisartshogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.bas4-artrose-heup-en-knie/SitePages/LtLt-3.03Bij de vorige les is een vertaalslag gemaakt van casus informatie naar het RPS formulier envia het FMH / KR model naar de inhoud van een overdrachtsbrief. Daarnaast hebben weeen voorbeeldbrief kritisch geanalyseerd. Het accent van deze les ligt op het schrijven vaneen overdracht.De student: ● kan het RPS formulier toepassen bij het schrijven van een overdrachtsbrief. ● kan FMH en KR toepassen bij het schrijven van een overdrachtsbrief. ● kent de basis kenmerken van een goede formele (overdrachts)brief. ● kan in correct Nederlands een overdrachtsbrief opstellen (qua vorm en inhoud). ● kan aan de hand van het CCC model een (overdrachts)brief beoordelen. ● kan op een correcte wijze de inadequate pijncoping gedrag van de patiënt verwoorden in een overdrachtsbrief.LT 3 Blended interventie bij patiënten met artrose aan heup of kniehogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.bas4-artrose-heup-en-knie/SitePages/LtLt-3.04De student .... ● kan in eigen woorden de belangrijkste kenmerken van een blended interventie benoemen ● kan een blended interventie voor mensen met artrose plaatsen binnen het Fysiotherapeutisch Methodisch Handelen (FMH) ● kan benoemen wat belangrijke criteria zijn voor het toepassen van een blended interventie binnen het FMH ● kan benoemen wat mogelijke knelpunten zijn bij het toepassen van een blended interventie in het FMHLT 4 Behandelplan opstellen bij artrose knie zonder operatie-indicatiehogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.bas4-artrose-heup-en-knie/SitePages/LtLt-4.03Een belangrijk doel van deze LtLt is dat de student een behandelplan kan opstellen en (oponderdelen) kan uitvoeren vanuit van te voren gegeven informatie afkomstig uit dediagnostische fase (anamnese, inspectie en functie onderzoek).De specifieke leerdoelen van deze LtLt zijn hieronder geformuleerd.De student kan: ● een RPS formulier in vullen met de aangereikte gegevens uit de diagnostische fase van een patiënt met artrose aan de knie (zonder operatie-indicatie).

● aan de hand van vooraf verstrekte informatie over de diagnostische fase een behandelplan opstellen voor een patiënt met artrose aan de knie (zonder operatie- indicatie).● beredeneren wat de voorwaarden zijn voor het arthrokinematisch mobiliseren van een knie , met inachtneming van de pathofysiologie van een artrotisch gewricht.● beredeneren wat de voorwaarden zijn voor het verbeteren van de spierkracht van de musculatuur rond de knie, met inachtneming van de pathofysiologie van een artrotisch gewricht.● de FITT factoren toepassen bij het opstellen van oefeningen in het behandelplan.LT 4 Evaluatie bij artrosehogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.bas4-artrose-heup-en-knie/SitePages/LtLt-4.04In deze Lltl worden stap 7 en 8 uit de Methodiek Casuïstiek (evalueren en afsluiten)doorlopen voor de casus van Leertaak 2. Daarbij maken wij gebruik van klinimetrie.De specifieke leerdoelen van deze Ltlt zijn hieronder geformuleerd.De student kan:● Het behandelplan evalueren en bijstellen waar nodig● De juiste klinimetrie benoemen en toepassen voor de evaluatie van hetfysiotherapeutisch behandeltraject bij artrose● Benoemen wat de eindcriteria zijn voor het beëindigen van een fysiotherapeutischbehandeltraject bij artrose.● Benoemen wat de voor- en nadelen zijn van andere interventies voor artrose diebuiten het kader vallen van de fysiotherapie (operatie, injectie, pijnstilling of eenleefstijlinterventie)

VT’s

VT 1 Rol van mededeelzame detective en docent bij een patient met artrose.hogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.bas4-artrose-heup-en-knie/SitePages/VT-1.05De student: ● Wint op adequate wijze informatie in, is hierin volledig en realiseert een adequate balans tussen biomedische en psychosociale aspecten in het gesprek ● Biedt adequaat structuur tijdens het anamnese gesprek ● stelt vast hoeveel informatie de patiënt nodig heeft en verstrekt de gepaste hoeveelheid informatie. ● Verstrekt informatie op patiëntgerichte wijze

VT 2 Vertrouwen in bewegen – De rol van docent, vertrouwenspersoon enmededeelzame detective gecombineerd.hogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.bas4-artrose-heup-en-knie/SitePages/VT-2.06 ● De student sluit met informatie aan bij niveau/referentie kader van de patiënt ● De student doseert hoeveelheid en het tempo waarin informatie gegeven wordt en gaat effectief om met weerstand/ afwijkende ideeën van de patiënt ● De student kan de patiënt manueel faciliteren bij het uitvoeren van ADL vaardigheden. ● Stimuleert zelfredzaamheidVT 2 Anatomie, met als uitgangspunt de doorkliefde structuren rondom de knie ende gevolgen hiervan voor het functionerenhogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.bas4-artrose-heup-en-knie/SitePages/VT+-2.07Je kunt: ● de bouw van het kniegewricht beschrijven en de namen benoemen van de kop en kom van art. patellofemoralis en art. tibiofemoralis. ● de origo, insertie en functie van de m. quadriceps femoris benoemen. ● door inspectie en palpatie art. tibiofemoralis, de patella en het lig. patellae identificeren. ● door inspectie en palpatie m. rectus femoris, m. vastus medialis en m. vastus lateralis identificeren/lokaliseren. ● de doorkliefde structuren rondom de knie bij een totale knieprothese benoemen. ● de incisie bij een totale knieprothese lokaliseren. ● de beweeglijkheid van de knie onderzoeken “bij iemand met een totale knieprothese” zonder en met een goniometer. ● de beweeglijkheid van de patella onderzoeken “bij iemand met een totale knieprothese”. ● de gevolgen van een totale knieprothese voor het functioneren benoemen.Met “bij iemand met een totale knieprothese” wordt bedoeld de proefpersoon die simuleertdat hij een operatie (TKP) heeft ondergaan. Er zullen restricties meegegeven worden aan deproefpersoon tijdens de les.VT 3 Inspectie van anatomische eigenschappen en functionele vaardigheden vande knie en heup bij artrose (zonder operatie indicatie)hogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.bas4-artrose-heup-en-knie/SitePages/VT-3.05Bij de anamnese zijn al specifieke karakteristieken naar voren gekomen hoe de artrose inheup of knie het activiteitenniveau van een patiënt kan beperken. Deze VT gaan verder in dediagnostische fase (en het FMH) door het inspecteren van het aangedane gewricht en hetbeoordelen van een aantal (mogelijk beperkte) functionele vaardigheden.De student kan:

● een inspectie uitvoeren van de heup of knie met artrose in een onbelaste situatie.● de anatomische structuren van de knie en rond de knie palperen.● de patiënt een aantal (mogelijk beperkte) functionele vaardigheden laten uitvoeren en deze beoordelen op afwijkend of niet.● een ganganalyse bij een patiënt met artrose heup of knie zonder operatie indicatie uitvoeren en kan deze beoordelen op afwijkingen van een normaal looppatroon.VT 3 Het behandelen van meneer Bruinvelt en mevrouw Pieterse door defysiotherapeut vanaf 6 weken postoperatief en de behandeling vindt plaats in eeneerstelijnspraktijk.hogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.bas4-artrose-heup-en-knie/SitePages/VT-3.06Na deze bijeenkomst kan de student bij meneer Bruinvelt en mevrouw Pieterse de FITT-factoren toepassen voor:● Statische en dynamische balansoefeningen/neuromusculaire training● Actieve range-of-motiontraining voor THP en TKP● Functionele training gericht op sporthervatting (tennis)● Spierkrachttraining (vanaf week 6 post OK)VT 3 Anatomie, met als uitgangspunt de doorkliefde structuren rondom de heup ende gevolgen hiervan voor het functionerenhogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.bas4-artrose-heup-en-knie/SitePages/VT+-3.07Je kunt:● de bouw van het heupgewricht beschrijven.● de heup- en bovenbeenspieren met de bijbehorende functies in het heupgewrichtbenoemen.● de origo, insertie en functie van de m. gluteus maximus, m. gluteus medius en de m.tensor fasciae latae benoemen.● met behulp van oriëntatiepunten art lokaliseren.● door inspectie en palpatie m. gluteus maximus, m. tensor fasciae latae en tractusiliotibialis en m. gluteus medius identificeren/lokaliseren.● de doorgekliefde structuren rondom de heup benoemen bij de verschillendebenaderingen voor een THP.● de incisie lokaliseren bij de verschillende benaderingen voor een THP.● de beweeglijkheid van de heup onderzoeken “bij iemand met een totaleheupprothese”.● de gevolgen van een totale heupprothese voor het functioneren benoemen.● de leefregels na een THP benoemen en uitleggen aan de patiënt.Met “bij iemand met een totale heupprothese” wordt bedoeld de proefpersoon die simuleertdat hij een operatie (THP) heeft ondergaan. Er zullen restricties meegegeven worden aan deproefpersoon tijdens de les.

VT 5 Doorlopen echte casussenhogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.bas4-artrose-heup-en-knie/SitePages/VT-5.05De student kan: ● Een patiënt postoperatief begeleiden gedurende alle fases van het revalidatieproces. ● Een patiënt begeleiden bij het opbouwen en het afbouwen van een loophulpmiddel na een TKP of een THP. ● Variëren in oefeningen om de ROM, spierkracht en stabiliteit te vergroten van de heup of knie na een TKP of THP.VT 5 Integratie vaardigheden BAShogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.bas4-artrose-heup-en-knie/SitePages/VT-5(1).aspx

SPB’s

SPB 1 Intramurale setting 1 dag post-operatief (totale heupprothese links)hogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.bas4-artrose-heup-en-knie/SitePages/SPB-1--Video's-BAS3-bekijkenDe student kan: ● kan helder, duidelijk en empathisch communiceren met de patiënt ● kan helder en duidelijk communiceren met een andere discipline ● heeft kennis van de voorwaarden om een patiënt 1 dag postoperatief na totale heupoperatie veilig uit bed te mobiliseren op een stoel ● via anamnese uitvragen wat de belangrijkste en relevante zaken zijn voor de patiënt om thuis goed te kunnen functioneren ● de patiënt aanleren om te lopen met twee krukkenSPB 3 Behandeling van patiënt met arthroplastiek knie (8 weken postoperatief)hogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.bas4-artrose-heup-en-knie/SitePages/SPB-3.09Het hoofddoel van deze SPB is het kunnen opstellen (fase 5 – FMH) en uitvoeren (fase 6 –FMH) van een behandeling passend bij postoperatieve niveau week 8 na knie arthroplastiek.SPB 4 Verwijzing, screening & anamnese bij knieartrose (zonder operatie indicatie)hogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.bas4-artrose-heup-en-knie/SitePages/SPB-4.09

Het hoofddoel van deze SPB is het kunnen maken van een keuze of een screening moetworden afgenomen of het afnemen van een volwaardige anamnese na verwijzing en daaradequate hypothesen uit destilleren voor vervolgonderzoek (fase 1 & 2 – FMH).De student: ● kan beoordelen of het uitvoeren van een screening gepast is, ● kan zodanig een anamnese afnemen deze de hulpvraag kan benoemen, ● stelt samen met de groep en eventueel met behulp van de docent, 3 vroeg- hypothesen op, ● stelt, samen met de groep en eventueel met behulp van de docent, een plan op voor de diagnostiek, ● voert zodanig een onderzoek uit bij de patiënt dat de juiste bevindingen in termen van uitkomstmaten benoemd worden, ● stelt, samen met de rest van de groep en eventueel met behulp van de docent de fysiotherapeutische diagnose opSPB 5 Behandeling van bij knieartrose (zonder operatie indicatie)hogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.bas4-artrose-heup-en-knie/SitePages/SPB-5.09Het hoofddoel van deze SPB is het kunnen opstellen (fase 5 – FMH) en uitvoeren (fase 6 –FMH) van een behandeling passend bij knieartrose zonder operatie indicatie.

Handige bronnen:

• KNGF-richtlijn Artrose heup-knie
• KNGF multidisciplinaire consultkaart knie artrose
• Key facts voor artrose
• NHG/KNG Richtlijn. Gestructureerde informatieuitwisseling tussen huisarts en fysiotherapeut, Amersfoort 2012
• KNGF-richtlijn Fysiotherapeutische dossiervoering 2019
• Looppatronen Deckers en Beckers
• Ziektebeeld | Fysiotherapie na een heup- of knieprothese | HMC
• haaglandenmc/zoeken/?_search_search=artrose
• drive.google/file/d/1AMn6KY1ahkDeMG1763WBeZ7y23sTRPRN/view
• thuisarts/artrose/ik-heb-artrose

WL 2 Trainingsleerhogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.BAS5-Gezondinbeweging/SitePages/HC-2.02De student beschrijft: ● de werking van de energiesystemen volgens het boek inspanningsfysiologie, oefentherapie en training. ● na deze kennisclip de trainingsvariabelen van duuruithoudingsvermogen door middel van intervaltraining en duurtraining. ● de bewegingsanalyse volgens het boek inspanningsfysiologie, oefentherapie en training zodat hij een beweeginterventie functioneel kan maken. ● de verschillen tussen de 6MWT, de astrandtest en de SRT en hun toepassing in de beweeginterventie. ● het principe van de MET-waarden en hun toepassing in de beweeginterventieWL 3 Diabetes Mellitus: Risicofactoren op DM type IIhogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.BAS5-Gezondinbeweging/SitePages/HC-3.01De student: ● benoemt een aantal verhoogde risicofactoren die een rol spelen in de ontwikkeling van het ziektebeeld diabetes mellitus type 2 ● beschrijft de functie van lipiden en cholesterol en de wijze waarop cholesterol wordt aangemaakt ● beschrijft het exogeen en endogeen lipidentransport in het menselijk lichaam onder normale omstandigheden en de rol van abdominaal buikvet ● beschrijft de rol van abdominaal buikvet en de gevolgen voor het glucosemetabolisme ● legt het begrip, gevolgen en ontstaan van endotheeldisfunctie uitWL 3 Introductie zorgtechnologie: eHealth in de fysiotherapie: videoconsulthogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.BAS5-Gezondinbeweging/SitePages/HC-3.02De student: ● benoemt een aantal voorwaardelijke factoren die nodig zijn om zorginnovatie toe te passen op organisatieniveau ● beschrijft met eigen woorden hoe een videoconsult tot stand komt in de fysiotherapie ● benoemt de rol van videoconsults tijdens de coronacrisis ● benoemt de relatie tussen lage gezondheidsvaardigheden en laaggeletterd zijn ● benoemt problemen en integrale oplossingen als het gaat om laaggeletterdheid

WL 4 Organisatie van de zorg rondom volwassen patiënten met DM type IIhogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.BAS5-Gezondinbeweging/SitePages/WL-4.01De student beschrijft: ● de rollen van verschillende 1e en 2e lijn zorgprofessionals rondom volwassen patiënten met DM ● de functieprofiel rol van de buurtsportcoach ● de rol van de buurtsportcoach in relatie met het beweegprogramma van de fysiotherapeutWL 4 Diabetes Mellitus: Diagnose en pathofysiologie DM type IIhogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.BAS5-Gezondinbeweging/SitePages/HC-4.02De student: ● beschrijft het beloop van het ziektebeeld DM 2 volgens de stadia van de RIVM ● legt uit welke factoren worden vastgesteld, door middel van anamnese, lichamelijk onderzoek en laboratoriumonderzoek om het ziektebeeld DM2 te diagnosticeren volgens NHG-Standaard DM ● legt uit hoe DM 2 ontstaat vanuit cel/weefsel/orgaan niveau waarbij gebruik gemaakt wordt van de begrippen; insulinesecretie en resistentie, nuchtere en na maaltijd glucosegehalte ● benoemt beïnvloedbare risicofactoren voor het ontstaan van micro en macro- vasculaire complicaties bij mensen met diabetes ● beschrijft het verschil tussen DM1 en DM ● beschrijft de rol van insuline op celniveau ● benoemt en verklaart de complicaties van DMWL 5 De Gecombineerde Leefstijlinterventie: de GLIhogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.BAS5-Gezondinbeweging/SitePages/WL-5.01De student beschrijft ● de risico’s op gezondheid als er sprake is van obesitas ● nut en noodzaak van de GLI ● de inhoud van de GLI in globale lijn en de rol van de fysiotherapeut als leefstijlcoach ● de kritiek op de GLI

LT 2 Het hart, waarom train je?hogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.BAS5-Gezondinbeweging/SitePages/LtLt-2.04De student beschrijft: ● De bloedsomloop en de bijbehorende drukverdeling beschrijven. ● De bouw van het hart beschrijven. ● De grote vaten benoemen die aansluiten op het hart. ● De richting van de bloedstroom en hartcyclus beschrijven. ● De werking van de hartkleppen uitleggen. ● De bloedvoorziening van het hart beschrijven. ● De functie van prikkelvorming en geleiding benoemen. ● Het doel van een elektrocardiogram benoemen. ● Het effect van bepaalde medicatie (statines bèta-blokkers en ACE-remmers) op het hart tijdens inspanning uitleggen. ● Verklaart de centrale trainingseffecten, te weten: toename slagvolume, toename hartminuutvolume, verlaagde hartslag, daling systolische bloeddruk bij hypertensie en effect op VO2max na training.LT 3 Quantified Self & Zorgtechnologiehogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.BAS5-Gezondinbeweging/SitePages/LtLt-3.03De student: ● kent en begrijpt het denkraam Zorgtechnologie binnen het FMH door dit uit te leggen ● benoemt waar hij /zij zorgtechnologische applicaties voor beweegzorg kan vinden. ● benoemt in eigen woorden wat de meerwaarde is van een zorgtechnologische applicatie binnen het FMH ● benoemt in eigen woorden welke criteria hij / zij belangrijk vindt bij het toepassen van een zorgtechnologische applicaties binnen het FMH.LT 3 Gedragsverandering en het I-change modelhogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.BAS5-Gezondinbeweging/SitePages/LtLt-3.04De student: ● Benoemt het nut van een gedragsveranderingsmodel voor de fysiotherapeut en een cliënt ● Beredeneert vanuit een eigen casus de elementen die informatie geven over gedragsverandering en herleidt dit naar het I-Change model (intentie en barriè res) ● Formuleert na analyse een uitspraak over het beweeggedrag bij een casus ● Legt de onderdelen van de aspecten ‘bewustzijn’, ’motivatie’ en ‘intentie’ uit in eigen woorden aan de hand van de casus Oscar

LT 4 DM type II diagnostische fase nader bekekenhogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.BAS5-Gezondinbeweging/SitePages/LtLt-4.03De student: ● geeft aan waaruit de gegevens van een diabetespas bestaan en kan deze ook beoordelen naar aanleiding van streefwaarden ● herkent en beschrijft vroegsymptomen van diabetes en verklaart deze naar weefselnivo ● benoemt en beargumenteert beleid en acties van de huisarts rondom diagnose diabetes mellitus ● benoemt gezondheidsgerelateerde en persoonsgebonden doelen die passen bij persoonsgerichte diabeteszorg en past deze kennis toe op een casus ● beschrijft de rol van persoonsgerichte zorg en diversiteit en past deze kennis toe op een casusLT 4 DM2 therapeutische fase nader bekeken; effect van traininghogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.BAS5-Gezondinbeweging/SitePages/LtLt-4.04De student: ● benoemt het effect van bewegen gericht op diabetes gerelateerde parameters ● omschrijft in eigen woorden wat het effect van bewegen is op de skeletspier als het gaat om insulinegevoeligheid ● beschrijft de term Hba1c, de streefwaarden van de Hba 1c en het effect van trainen op de Hba1c ● maakt een afweging van kracht en/of duurtraining bij mensen met DM2 en kan deze keuze motiveren ● herkent de symptomen en waarden van de hypoglycemie en kan passende maatregelingen benoemen in de therapeutische situatie indien er sprake is van hypoglycemie

VT’s

VT 1 Testen van het uithoudingsvermogenhogeschoolleiden.sharepoint/sites/OG2324.BAS5-Gezondinbeweging/SitePages/VT-1.05De student: ● bepaalt of er gestart mag worden met testen of verbeteren van het uithoudingsvermogen van een proefpersoon. ● geeft een onderbouwing van de keuze voor een cardiorespiratoire meting. ● instrueert de cardiorespiratoire meting.